Webkastelen
In de wereld van internet
woedt een felle strijd. De strijd om de Mac Donalds of de Microsoft van het web te worden.
Miljarden worden geïnvesteerd en dat terwijl nu al duidelijk is dat de meeste
initiatieven gedoemd zijn te mislukken of slechts marginaal aan de verwachtingen zullen
voldoen. We zijn getuige van de e-volutie. Een proces waarin met trial and error wordt
gezocht naar die diensten en systemen die de toekomst van internet vorm en inhoud zullen
geven.
Zolang de strijd gaat om de
macht zal geen van de initiatieven een lang leven beschoren zijn. Internet is niet
geschikt voor machtsuitoefening. Zij kent geen schaarste in aanbod en ruimte. Vastgoed
bestaat niet op het web. Dynamiek des te meer. Wie zich daarin staande wil houden moet de
paradigma's van het web begrijpen. Slechts zelden weet een ondernemer daarvan te getuigen.
De meeste initiatieven gaan door de achterdeur weer af. Er is te weinig oog voor het
uitgangspunt van het web: De hegemonie van het individu, zijn zelfbeschikking en
autonomie.
Aangezet door de
belegger heeft de oude economie haar zinnen gezet op het internet. Het resultaat is dat er
nu veel gebeurt. De vraag die het gevestigde bedrijfsleven zich stelt is hoe zich een
machtspositie op het web te verwerven en angst is de motor. Angst om iets te verliezen wat
in de fysieke wereld is opgebouwd. Angst ook die verblindend werkt en die menigeen
weerhoudt om de wetten van het web goed te onderscheiden. Angst is echter nooit een goed
motief geweest. Noch in de politiek noch in de economie. Het is eerder een voorbode van
verval en mislukking. Veel zal eerst tot as vergaan voordat de hoogvliegers verrijzen.
Een mens hoeft niet
alle denkbare fouten te maken om de juiste weg te vinden. Toch krijg je op internet de
indruk dat het wel zo werkt. De wereld raakt overstelpt met nieuwe diensten, alle uniek in
aanbod en architectuur. Internet is een zinderende massa van potentie en onvolgroeid
leven. De meest onzinnige activiteiten worden er ontplooid. Iedereen wil erbij zijn en
vooral de eerste zijn. Wie een blijvende positie wil op het web moet dienstbaar zijn; een
bijdrage leveren aan de evoluerende infrastructuur. De e-postorders van vandaag hebben
weinig te maken met het internet van morgen. Zij zijn eerder te beschouwen als parasieten
die de kracht van het lichaam beproeven en afleiden van de evolutie waar het werkelijk om
gaat.
Vooralsnog hebben die
parasieten aan belangstelling geen gebrek maar dat zegt niets over hun levensvatbaarheid.
Vandaag ontvangen ze horden webbewoners op verkenningstocht door het web. Internet is
nieuw. Geen wonder dat alles wat er beweegt thans bekeken wordt. Ooit komt daar natuurlijk
een einde aan. De pleziervaart van nu zal plaatsmaken voor de infrastructuur van morgen.
Dan is het gedaan met alle mislukte experimenten en de reclamewereld die het web regeert.
Internet wordt wel vergeleken met een snelweg. Die ga je op om vrij te zijn en efficient
en doelmatig je weg te gaan. De neon doolhoven van het huidige web zetten echter op een
dwaalspoor. Er moet nog veel gebeuren voordat het internet de naam cyberspace waardig
wordt.
Op zich is er niets mis
met neon en reclame. Zonder hen was het web er nooit geweest. Een schimmig oord was het
gebleven voor frutselaars en hun homepages. Van 'content' zou niemand ooit hebben gehoord,
of men moest er voor betalen. Na de reclame komt de winkel. Oude postorders in een nieuwe
jas. En zie, plotseling is kopen per postorder hip. Vernieuwender nog zijn de veilingen en
marktplaatsen. Deze springen bij bosjes uit de grond. Ook het gevestigde bedrijfsleven
loopt er warm voor. Restanten worden via het web verhandeld. Nieuwe bedrijfstakken worden
opgezet. Randstad opent een markt voor professionals. Shell voor grondstoffen. GM voor
auto-onderdelen.
Internet houdt de
wereld in haar greep. Vriend en vijand vinden elkaar in de veronderstelling dat het de
wereld zal veranderen. Over de aard van die veranderingen wordt echter gezwegen. Zouden
zij die het weten in stilte hun IPO aan het voorbereiden zijn? Of zitten zij, onderling
druk pratend en speculerend, te wachten op een onzichtbare Scheppershand? Dat internet nu
reeds geld opbrengt is eigenlijk een wonder. Het heeft meer van doen met belofte dan met
resultaat. Internet bevindt zich nog in haar prehistorie. Haar oersoep is nog niet
gestold. Structuur en vorm hebben er nauwelijks kans te overleven. Wel broeit het er van
celdeling en gisting. Alles verslindende dinosauriërs denderen er rond. De cyberspace
wacht op warmbloedig leven. Tot dusver kreeg dat er echter geen poot aan de grond.
Toch schenkt het web
ons een nieuwe wereld waarin rijkdom geheel steunt op inzet en creativiteit. Het is de
wereld waarin dromen tot leven komen. Waar je heer bent van je eigen webkasteel. Internet
zal meer zijn dan ongevormde ruimte. Zij zet de grondslag van de economie op zijn kop. Op
internet bestaat immers geen schaarste en dat verandert de wereld fundamenteel.
De consequenties van de
nieuwe economie zijn nog lang niet goed doordacht. Getuige de poging van het oude kapitaal
om op internet te heersen. Getuige ook de waan dat alles op het web tot in de hemel reiken
kan. Menig strijder zal er zijn Waterloo vinden en dat zonder ooit tegenstand te hebben
ontmoet. Op het web wordt niet om rijkdom of land gevochten. Wie er ruimte wil weeft er
een stukje bij. In de fysieke wereld is schaarste de sleutel tot de macht. Internet sluit
schaarste uit. Datzelfde geldt voor uitoefening van macht. Wie geen schaarste kent hoeft
geen macht te dulden. Zelfbeschikking en autonomie nemen door het web de overhand.
Voor gevestigde
bedrijven is het niet eenvoudig om de nieuwe verhoudingen in te zien. En al helemaal niet
om zich eraan aan te passen. Ze blijven redeneren vanuit hun machtspositie, brands en
goodwill. Oude strategieën worden beproefd op een nieuw kanaal. Door 'op internet
aanwezig te zijn' denken velen op de juiste weg te zijn. Kapitalen worden eraan besteed.
Veel internetbedrijven drijven op dat geld. De uitgave van de één en de omzet van de
ander doen beide geen recht aan de potentie van het web. Beide zullen op termijn uit het
blikveld verdwijnen. Voor de vertegenwoordigers van de oude wereld is het haast onmogelijk
dat in te zien.
Neem de eigenaar van
een Grand Hotel. Hij wil zijn tent transformeren naar de net-economie. Het gebruik van
zijn hotel wordt dan gratis. Aan Grand Hotels op internet immers geen gebrek. Ze liggen
bovendien alle om de hoek. De meeste zijn gratis. Een gast betaalt niet voor een nacht. De
eens zo trotse eigenaar zal het moeten doen met een vergoeding voor zijn diensten. Het
wassen van het beddegoed. Het vervangen van de zeep. Als hij creatief is verzint hij er
nog wat diensten bij. Zo poetst hij dagelijks de schoenen van zijn gasten en staat het toe
dat ze hun meegebrachte spullen eten van zijn servies. Zou hij zijn familie nog onder ogen
durven komen? Hoe legt hij het zijn investeerders uit? De parels geeft hij aan de zwijnen.
Zijn verdienste zit in het pulken van hun hoeven en het krullen van hun staart.
Wordt het dus
uiteindelijk helemaal niets met dat net? Integendeel! Wanneer de mogelijkheden van het web
eenmaal zijn doorgrond en haar zakken niet langer worden gevuld met oude wijn zal men
ontdekken dat de internet evolutie het einde betekent van de hegemonie van het
grootkapitaal. Zelfs Marx heeft niet kunnen bedenken dat de aanbod economie evolueert naar
een economie van dienstbaarheid. En dat de consumptiemaatschappij evolueert naar een
wereld van initiatiefnemers en spelers. De individuele mens heeft de toekomst. Deze zal de
ICT uit zijn prehistorische fase halen en een werkelijke plaats in de geschiedenis geven.
Internet is het medium
waarlangs deze mens nieuwe wegen vindt. En hoewel deze wegen nog moeten worden aangelegd
is nu al te stellen dat hier de toekomst ligt en dat hier de beloften van het wereldwijde
web worden waargemaakt.
Op internet kun je
kastelen bouwen. Kastelen stammen uit de oude tijd waarin het land onveilig was. Vanuit
kastelen kon men heersen en vond men toevlucht als dat nodig was. Luchtkastelen dienen om
ruimte te geven aan dromen in een wereld waarin voor de mens geen plaats meer is.
Webkastelen zijn noch vestingen noch dromen. Wel zijn het toevluchtsoorden die onderdak
verschaffen aan de edelen die leven temidden van de barbarij. Webkastelen worden bevolkt
door de dienaren van de koning. En nu, meer dan ooit, is dat de klant.
Rotterdam, 26 maart 2000
Edgar Wortmann
© Copyright 2000 mr
E.J.S.A. Wortmann
Niets uit deze uitgave mag
worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of
op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van mr
E.J.S.A. Wortmann (GSM +31 (0)6 51 36 45 80) / e-mail: wortmann@elannet.net